De reactie van N-VA (de eisen van de campagne in rood):
Discriminatie bij het aanwerven is een onrecht
Onze samenleving is heel divers maar de werkloosheid bij mensen met een migratieachtergrond is tot vier maal groter dan bij werkzoekenden van Vlaamse afkomst. Dat heeft deels te maken met racisme en discriminatie en de onderwaardering van diversiteit door werkgevers.
Hand in Hand eist nu van de politieke wereld dat ze die achterstand in de privé- en overheidssector wegwerkt door afdwingbare maatregelen te nemen:
1. Het actief bestrijden van discriminatie en racisme
Racisme is een misdrijf en mag een overheid niet ongestraft laten. Ook leidt racisme bij het aanwerven en op het werk tot discriminatie, uitsluiting en armoede. Tal van kwaliteiten blijven onbenut.
De N-VA pleit voor een inclusieve samenleving waar iedereen, ongeacht herkomst, geloof, handicap, geslacht, seksuele geaardheid,… gelijke kansen heeft om te kunnen participeren én waar iedereen ook de geboden kansen grijpt. Discriminatie en racisme zijn onaanvaardbaar en staan haaks op de basisprincipes van een democratische rechtsstaat. Ze zijn bovendien strafbaar en waar ze vastgesteld worden moeten politie en parket hun werk doen.
Tegelijk past de N-VA voor een samenleving die veronderstelt dat iedere werkgever discrimineert of dat iedere Vlaming zonder vreemde herkomst een potentiële racist is. Dat is even nefast voor een inclusieve samenleving als de vooroordelen die aan de basis van discriminatie liggen. Vooroordelen met vooroordelen bestrijden: daar wordt niemand beter van.
Een overheid kan en moet toezien op het naleven van wetten, op het respecteren van randvoorwaarden die gelijke kansen voor iedereen garanderen, moet adequate maatregelen nemen die een verschil maken voor wie uit de boot dreigt te vallen en moet er over waken dat maatregelen hun doel niet missen. Maar tegelijk is er een limiet aan wat een overheid kan doen en hebben individuele burgers, middenveldorganisaties, bedrijven,… ook een verantwoordelijkheid voor gelijke kansen, voor zichzelf én voor de ander.
Er zijn talloze voorbeelden van hoe het anders kan: actieve bewustmaking bij werkgevers en uitzendkantoren, zelfregulering (mystery shoppers in de uitzendsector), het diversiteitsbeleid dat Unizo promoot, Jobkanaal, het succesvol diversiteitsbeleid van werkgevers als Colruyt en Volvo,… Ook de Vlaamse Overheid heeft in alle sectorconvenanten bepalingen over diversiteit laten opnemen en ook binnen de Vlaamse Overheid wordt er aan gewerkt. Tijdens de afgelopen bestuursperiode heeft Vlaams minister van Bestuurszaken Geert Bourgeois de klokkenluidersregeling verder versterkt. Meldingen van discriminatie en racisme vallen evengoed onder die nieuwe, meer uitgebreide klokkenluidersregeling. Daarnaast heeft de Vlaamse Regering de bevoegdheid van het Interfederaal Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding uitgebreid en zijn de meldpunten discriminatie ingekanteld in dit interfederaal Centrum. Het Centrum kan nu in rechte optreden, ook voor Vlaamse bevoegdheden.
Tot een inclusieve samenleving komen zonder discriminatie is een proces dat tijd vraagt, maar er zijn initiatieven die vruchten afwerpen, zonder extra administratieve planlasten voor bedrijven en zonder heksenjacht. Daar wil de N-VA op blijven inzetten.
De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst zijn zeer dierbare principes en fundamentele grondrechten. De N-VA beschouwt het dragen van opzichtige levensbeschouwelijke symbolen dan ook als een individuele keuze. De N-VA respecteert die keuze, ook in de publieke ruimte.
Een overheid komt pas tussen wanneer individuele vrijheden botsen met andere vrijheden en algemene principes of wanneer ze haar eigen werking organiseert. In functie van het algemeen belang kan een overheid er voor kiezen om bepaalde individuele vrijheden in te perken. De N-VA pleit er voor om bij die keuzes niet enkel objectieve en vaststaande principes in rekening te nemen, maar ook de specifieke context. Daarom maakt de N-VA ook onderscheid tussen de verschillende contexten waarin de vraag naar het al dan niet invoeren van een hoofddoekenverbod zich stelt.
Overheid
De N-VA beschouwt de neutraliteit en onpartijdigheid van de overheid als een fundamenteel onderdeel van onze democratische rechtsstaat. Die neutraliteit en onpartijdigheid vertrekt vanuit deontologie en kwaliteitsbeheer, maar wordt tegelijk zichtbaar gemaakt door een neutrale kledingstijl. Opzichtige levensbeschouwelijke symbolen aan het loket kunnen dus niet.
Tegelijk wil de N-VA mee bewaken dat de slinger niet doorslaat. In andere functies dan aan het loket worden praktische afspraken gemaakt tussen werkgever en werknemer.
Onderwijs
In het onderwijs is het dragen van opzichtige levensbeschouwelijke symbolen mogelijk als dit past binnen het opvoedkundig project van de school, als de school zich inschrijft in de waarden en normen van de Vlaamse gemeenschap en voldoet aan de voorwaarden voor het behalen van de eindtermen.
De N-VA is van oordeel dat een school de mogelijkheid moet hebben om het dragen van opzichtige levensbeschouwelijke symbolen te verbieden als zij dit nodig acht om de harmonie onder haar leerlingen te garanderen.
De N-VA steunt het geldende hoofddoekenverbod bij het GO!. De Raad van het Gemeenschapsonderwijs heeft hiertoe beslist omwille van polarisering in bepaalde scholen en om de neutraliteit die het GO! hoog in het vaandel draagt, te vrijwaren. Het Grondwettelijk Hof bevestigde in haar arrest van 15 maart 2011 bovendien dat de Raad bevoegd was om dit besluit te nemen.
Privéondernemingen
Het is de vrijheid van de werkgever om te beslissen over de dresscode van de werknemers. De werkgever heeft dus het recht om het dragen van opzichtige levensbeschouwelijke symbolen te verbieden. Uiteraard moet dit alles binnen het wettelijk kader gebeuren.
2. Het afdwingen van evenredige arbeidsdeelname
Voor alle functies en op alle functieniveaus moeten mensen met een migratieachtergrond evenredig aan het werk. De overheid sluit daarvoor resultaatsverbintenissen af en bouwt sociale en diversiteitclausules in met afdwingbare streefcijfers voor overheidsopdrachten en subsidies.
De N-VA vindt het vanzelfsprekend dat iedere gesubsidieerde organisatie er over waakt dat haar dienstverlening alle burgers ten goede komt en dat de Vlaamse Overheid hier ook op toeziet. Meetbare doelstellingen op vlak van intern diversiteitsbeleid (met streefcijfers, niet met quota), realistische doelstellingen in functie van een afstemming van het aanbod op de diversiteit in de samenleving, interne expertise-ontwikkeling,… dragen bij tot een betere kwaliteit van de dienstverlening voor alle burgers.
Tegelijk pleit de N-VA er wel voor dat dit niet mag leiden tot extra planlasten. Hoewel meetbaarheid voorop staat en opvolgbaarheid de beste garantie is voor tastbaar resultaat, dreigt het tegelijk opnemen van diversiteitsdoelstellingen in zowel beheers- en samenwerkingsovereenkomsten als in subsidie- en erkenningsreglementen een overdaad aan administratieve lasten te veroorzaken.
Zo dient er ook zorgvuldig afgewogen te worden welke clausules al dan niet worden toegevoegd bij overheidsopdrachten. De N-VA wil vermijden dat aanbestedingen nodeloos complex worden of zich op juridisch glad ijs begeven. Bij sociale clausules is het bijzonder moeilijk om objectieve vergelijkingen te maken.
Bovendien dient in overweging genomen te worden dat sociale clausules grote bedrijven bevoordeelt t.a.v. kleinere, die wel aandacht besteden aan diversiteit, maar mogelijk minder middelen ter beschikking hebben om dit te aan te tonen.
De N-VA erkent en weet dat er een mentaliteitswijziging nodig is bij veel werkgevers en pleit even zeer voor een volgehouden inspanning om jongeren voor te bereiden op de arbeidsmarkt, om te voorzien in bijscholing en vorming op de werkvloer,… De N-VA gelooft echter niet dat die mentaliteitswijzing er komt door enkel in te zetten op het bestrijden van discriminatie of door werkgevers te overladen met quota, planlasten etc. Sensibilisering samen met werkgevers én met vakbonden, ondersteunende maatregelen die zorgen voor begeleiding van werkgevers én van werkzoekenden,…: beide zijn steeds nodig om tot een tastbaar resultaat te komen.
De N-VA is bovendien tegen quota. Quota zenden een verkeerd signaal uit en dreigen net het omgekeerde tot stand te brengen dan wat ze beogen. Iedereen heeft er baat bij op basis van competenties aangeworven te worden en niet omwille van herkomst, geslacht, handicap,… Positieve discriminatie betekent dat er negatief gediscrimineerd wordt ten aanzien van andere groepen. De beste vrouw/man op de juiste plaats, biedt de beste garanties voor een effect op lange termijn.
Streefcijfers bij de Vlaamse Overheid zijn ondertussen vanzelfsprekend. Bij gelijke kwalificaties geeft de Vlaamse Overheid bovendien de voorkeur aan ondervertegenwoordigde groepen. En ze werken, omdat ze zelf opgelegd én realistisch zijn. Dergelijke goede praktijkvoorbeelden kunnen verder verspreid naar private organisaties.
De N-VA is van mening dat op verschillende fronten tegelijk moet gewerkt worden aan integratie: daarom is een horizontaal integratiebeleid noodzakelijk. Aandachtpunten daarbij zijn: het wegwerken van drempels naar de arbeidsmarkt en het benutten van alle talenten; het vinden van een aangepaste woning en de leefbaarheid van sociale woonwijken; de culturele patronen in zorgbehoeften en -gebruik en de taaldrempels naar de welzijns- en gezondheidsvoorzieningen onderkennen; verlaging van de leerplicht tot 5 jaar en taalscreenings, taalbadklassen en bijspijkerlessen om de kennis van het Nederlands te verhogen; het betrekken van nieuwkomers bij het lokale verenigingsleven.
Om van integratie een collectief succesverhaal te maken, moet iedereen meedoen, ook de werkgevers- en werknemersorganisaties, onderwijspartners en vertegenwoordigers van mensen met een migratieherkomst. Samen spreken we concrete doelstellingen af, die we verankeren in een ambitieus en omvattend integratiepact .