Hier de reactie van OpenVLD op het eisenprogramma.
Wat hebben bedrijven als Apple, Mc Donalds, Colgate en Google met elkaar gemeen? Allemaal zijn ze opgericht zijn door migranten of nakomelingen ervan. En op dat vlak zijn ze geen uitzondering: maar liefst 40% van de ondernemingen uit de Fortune 500 – een lijst van Amerika’s grootste bedrijven – zijn opgestart door ondernemers met een buitenlandse afkomst. Talrijke studies tonen hoe migratiestromen tot succesverhalen leiden. Een etnisch diverse mix op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat de werkende bevolking uitbreidt, net zoals vorige eeuw de intrede van vrouwen op de arbeidsmarkt dat deed. Dat komt goed van pas in het vergrijzend Europa van vandaag. Elke buitenlander die nu, vroeger of in de toekomst op een trein, vliegtuig of boot springt, was en is een enorme opportuniteit.
Anders dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten primeert bij ons echter vaak een negatieve connotatie boven het enorme opwaartse potentieel. Mensen die naar hier zijn gekomen zijn per definitie risiconemers. Allemaal waagden ze een lange tocht in de hoop op een beter en tegelijk onzeker bestaan. De drang om er hier wat van te maken is dan zeker aanwezig. Ook kunnen zij vaak steunen op een wereldwijd netwerk van mede-diaspora. Op plaatsen met een zwakke rechtstaat zijn vertrouwensbanden immers enorm belangrijk. Die blijven behouden wanneer mensen andere oorden opzoeken en hun kinderen daar verankerd blijven in de samenleving. Dankzij de combinatie van deze factoren schuilt er een toekomstige generatie van topondernemers in de duizenden nieuwkomers en hun nakomelingen die ons land rijk is.
Bovendien brengt etnische diversiteit altijd een hele hoop economische creativiteit met zich mee. In een studie van de London School of Economics werden 7.400 Britse bedrijven onderzocht op hun innovatief vermogen. Ondernemingen waarin het topkader bestond uit verschillende culturen, hadden daarbij een aanzienlijke voorsprong. In de Verenigde Staten zijn ondernemers met buitenlandse afkomst dan weer disproportioneel hoog vertegenwoordigd bij het lanceren van technologische startbedrijven. Google en eBay zijn daarvan slechts het topje van de ijsberg. Eerder dan conventionele methoden te volgen, zoeken migranten naar nieuwe ideeën om succes te oogsten. Door de botsing daarvan met kennis in het gastland ontstaan andere manieren van denken. De toekomst van Europa zal voor een groot stuk afhangen van ons vermogen om zulke creatieve processen aan te trekken en om te zetten in productief ondernemerschap.
Als samenleving moet je daar natuurlijk wel eerst mee aan de slag. Want veel potentieel betekent doorgaans ook veel gemiste kansen. Hoe komt het dat landen als de VS, Canada en Australië grote migratiestromen schijnbaar probleemloos lijken te absorberen, terwijl er bij ons in sommige sectoren en posities etnische minderheden ondervertegenwoordigd zijn? Waarom blijven een beperkt aantal landen de grootste aantrekkingspool voor zowel laag geschoolde als hoogopgeleide arbeidskrachten? Eén ding hebben ze gemeen: een absoluut geloof in het emanciperend karakter van een open samenleving. Een doorsnee Canadees gaat ervan uit dat een etnisch gediversifieerde werkbevolking een positief effect heeft op zijn welvaart. Diegene met weinig middelen zullen jobs doen waar autochtonen niet meer toe bereid zijn. Tegelijkertijd worden hoogopgeleide talenten aangetrokken door de dynamiek van creatieve omgevingen. Dat creëert een bonus op landen waar migratie al eens vaker als negatief wordt ervaren. Het is dan ook belangrijk die negatieve benadering om te buigen.
Wat de taak van de overheid daarin is? Eerlijk gezegd, een heel strak omlijnd antwoord kan niemand daarop geven. Het zou alvast helpen wanneer we op elk beleidsniveau vooral de nadruk kunnen leggen op de troeven die er schuilen in een diverse samenleving. Dan zouden nieuwkomers en mensen van met migratie-achtergrond er zelf waarschijnlijk ook wat meer van overtuigd raken. Uiteraard moet discriminatie en racisme daarbij besteden worden, dat is een evidentie. Niet enkel op de arbeidsmarkt, maar in alle domeinen van onze samenleving. We verwachten van de overheid dat ze er mee over waakt dat we geen duimbreed toegeven op verworvenheden, zoals de gelijkheid en gelijkwaardigheid van man en vrouw ongeacht zijn culturele achtergrond. Daarom maken we werk van zelfregulering: we zorgen met de sectoren voor 'mystery tests' waardoor we misbruiken kunnen identificeren en weg kunnen werken.
Het wegwerken van manifeste discriminatie is echter slechts één onderdeel van het volledige vraagstuk. De overheid moet meer doen en een omvattend beleid voeren dat nieuwkomers helpt inburgeren en integreren en dat mensen van vreemde origine helpt emanciperen en participeren.
Open Vld gelooft niet dat het verplicht in dienst nemen van een bepaald aandeel mensen van vreemde origine daarbij bijdraagt aan een duurzame verankering van een diverse arbeidsmarkt. Positieve discriminatie is ook discriminatie en verengt het enorme potentieel van mensen met etnische-culturele achtergrond tot het simpele aspect van louter het hebben van die achtergrond. De overheid moet daarentegen zorgen voor de bouwstenen die een etnisch-culturele arbeidsmarkt in de hand werkt. Met onderwijs, arbeidsmarkt en integratie heeft de Vlaamse overheid daarvoor de belangrijke sleutels tot succes in handen. Leer nieuwkomers zo snel mogelijk voldoende Nederlands om een beroepsopleiding te starten of verder te studeren. Laat niet een schepen van Vlaamse Zaken maar één van Onthaal en Integratie hen opwachten. Culpabiliseer nieuwe Vlamingen niet die vooruitgang boeken en de trein nemen om –stel je voor- uit de stad te gaan wonen. Hou elke potentiële schoonmaakster, loodgieter en ondernemer voor dat er hier kansen liggen en dat werken beloond wordt. En overtuig talentrijke buitenlandse wetenschappers om hier te blijven en te ondernemen, in plaats van enkel de universiteitsbibliotheek tijdelijk wat te verruimen. Kortom: haal het natuurlijke ondernemersinstinct in iedere nieuwkomer en zijn nakomelingen naar boven. We gaan er heel wat voor terugkrijgen.
Het wordt dus hoog tijd om de feiten van de cliché’s te scheiden in het integratiedebat. De bril waarmee we naar migratie en inburgering kijken, is aan een positieve update toe. Want het integratiedebat is al te lang in handen geweest van wie ofwel de problemen negeert, ofwel ze uitvergroot. En dat gaat ten koste van iedereen, autochtoon én nieuwkomer. Ons antwoord is duidelijk: een open blik op diversiteit is de beste garantie om in het jaar 2064 niet 100 jaar migratie te herdenken, zoals dit jaar het geval was, maar om het uitgebreid te vieren, met een diverse arbeidsmarkt als exponent.