Talrijke studies, rapporten, verslagen en praktijkgevallen tonen aan dat er een duidelijke vorm van etnische discriminatie bestaat op de Belgische werkvloer.
Enkele voorbeelden:
- Praktijktesten IAO (1998) :Discrimination in access to employment on grounds of foreign origin: the case of Belgium. Uit dit onderzoek blijkt dat de kandidaturen van autochtonen en die van Belgen van Marokkaanse afkomst verschillend behandeld werden. De cijfers toonden aan dat er in de drie gewesten in België discriminatie was, zowel bij de selectie en aanwerving als bij de contactopname met de personeelsverantwoordelijken. Bovendien werd er een verschil in het gedrag vastgesteld. Naargelang de kandidaat een autochtoon of een Belg van vreemde origine was, werden de procedures gewijzigd en werden er verschillende inlichtingen gegeven over de openstaande betrekkingen en de werkvoorwaarden.
- Het rapport van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (2009): ECRI, een orgaan van de Raad van Europa dat onderzoek doet naar racisme en discriminatie, komt tot de conclusie dat discriminatie op de werkvloer blijft voorkomen, ondanks de vele maatregelen om dat te bestrijden. Ook merkt de ECRI dat discriminatie op de werkvloer tegenover etnisch-culturele minderheden nog altijd een groot knelpunt vormt voor de Belgische arbeidsmarkt.
- Rapport ENAR 2012: racisme en discriminatie een structurele realiteit in België. Raciale criteria en religieuze of filosofische overtuigingen zijn de belangrijkste motieven voor discriminatie in België, zo staat in het rapport van Enar. De meest discriminerende sectoren zijn de arbeidsmarkt, het onderwijs, huisvesting en de media.
- Rapport Amnesty International 2012: discriminatie van moslims in Europa, over keuzevrijheid en vooroordelen. Het rapport stelt vast dat moslims in België, Frankrijk, Nederland, Spanje en Zwitserland het slachtoffer zijn van religieuze discriminatie op de werkvloer en in het onderwijs. Die discriminatie zorgt ervoor dat ze niet van hun mensenrechten en vrijheden kunnen genieten.
- De 'Diversiteitsbarometer Werk' van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (2012): 'Uit de geaggregeerde gedragstesten blijkt dat personen van vreemde origine gediscrimineerd worden bij de uitnodiging op een sollicitatiegesprek. Een kandidaat van vreemde origine heeft 6,6 procentpunt meer kans op een discriminatienadeel en 4,5 procentpunt minder kans op een discriminatievoordeel in vergelijking met een kandidaat van Belgische herkomst.'
- De ‘Gatekeepers’ op de Arbeidsmarkt, redactie Miet Lamberts & Lieve Eeman, HIVA-K.U.Leuven, 2011. Onderzoek in opdracht van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Dit onderzoek leverde materiaal voor de diversiteitsbarometer waaruit duidelijk discriminatie bleek bij aanwervingen.
- Het Gelijkekansenrapport van Universiteit Antwerpen en UHasselt (2011). Een kwart van alle Vlamingen vindt het begrijpelijk dat een werkgever mag discrimineren op basis van de nationaliteit van een werknemer. Nog volgens het rapport hebben niet-Europese allochtonen zeven keer minder kans om een betaalde job te hebben dan autochtonen. Ook bij sollicitaties is de ongelijkheid groot. Kandidaten met een vreemde naam worden slechter beoordeeld dan Vlamingen, ook al spreken ze goed Nederlands.
- Onderzoek Tempo-team (2011): Een onderzoek van het interimbureau Tempo-Team toont aan dat discriminatie wijdverspreid is in de reguliere sector. Tempo-Team peilde bij 205 HR-managers en 401 vaste werknemers naar de diversiteitsinspanningen van werkgevers op de werkvloer en de beleving van diversiteit op de werkvloer door werknemers. Uit het onderzoek blijkt dat nauwelijks iets meer dan een op de twee bedrijven (57%) allochtonen tewerkstelt. Minder dan de helft van de ondervraagde bedrijven en werknemers denkt over het algemeen positief over de meeste kansengroepen. Vooral de mening over de kwaliteiten en inzet van allochtonen is bijzonder negatief. Zo zeggen zeven op de tien werkgevers dat allochtonen niet genoeg inzet en motivatie tonen. De eindconclusie van het rapport is dat er bij werkgevers veel vooroordelen bestaan over allochtonen en dat dit zich vertaalt in een zeer lage tewerkstellingsgraad.
- Studie VUB 2009: 'Zwart op wit. De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt'. De studie bevestigt de etnostratificatie op de Vlaamse arbeidsmarkt. Jongeren van Turkse en Noord-Afrikaanse afkomst zijn een jaar na schoolverlaten drie keer zo vaak werkloos in vergelijking met etnische Belgen. Dezelfde etnische hiërarchie is te vinden in de werkloosheidsduur en het statuut, het contract en het loon van de eerste baan. De auteurs tonen in hun studie voor het eerst in Vlaanderen aan dat de etnostratificatie zich ook op jobniveau doet gelden.
- Onderzoek ULB –KUL (2005): Etnische discriminatie op de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het onderzoeksrapport stelt vast dat discriminatie op de Brusselse arbeidsmarkt wel degelijk bestaat, maar dat ze subtiele vormen aanneemt, die soms moeilijk ontmaskerd kunnen worden. Meer dan de helft van de personen van buitenlandse afkomst krijgt tijdens hun loopbaan te maken met discriminerende houdingen en gedragingen.
Ze kwam tot de volgende conclusie: 'Samenvattend kunnen we stellen dat er in 27% van de dossiers sprake is van hetzij een aanleiding tot een vermoeden van, hetzij een effectieve ongelijke behandeling wegens etnische afkomst. Indien alleen de gematchte dossiers in aanmerking worden genomen, loopt dit percentage op tot 45% (gematcht = sollicitanten verschillen enkel in nationaliteit en vacatures zijn dezelfde).' - Rapport Idea-consult: 2011: 47 % van de dienstenchequeondernemingen krijgt met de regelmaat van de klok de vraag van klanten om vooral geen ‘allochtonen’ te sturen. 19 procent van de bevraagde klanten geeft zonder verpinken toe niets van ‘allochtonen’ te willen weten.
- Volt-reportage 15/9/2010: Uit een undercoverreportage van de VRT bleek dat zes op de acht uitzendkantoren er helemaal geen punt van maken om in te gaan op expliciete vragen van klanten om bepaalde uitzendkrachten uit te sluiten, louter op basis van kenmerken die er niet toe doen.
- Gedachtewisseling Vlaams parlement 2011: 28% van de interimkantoren reageert niet duidelijk afwijzend op discriminerende vragen van een potentiële klant. Dat bleek na een telefoontje van een 'mystery caller' aan de 130 uitzendkantoren die lid zijn van sectorfederatie Federgon.
- EU-MIDIS 2009: 18% van de in België bevraagde mensen van Turkse of Noord-Afrikaanse origine ondervond in de laatste 12 maanden raciale/etnische discriminatie bij het zoeken naar werk. Gaat het over een periode van langer dan vijf jaar, dan ondervond zelfs 34% racistische/etnische discriminatie bij de zoektocht naar een job. Dat percentage lag van de 27 lidstaten enkel nog hoger in Italië.
- EU-MIDIS 2009: Noord-Afrikanen rapporteerden in België meer discriminerende incidenten dan het EU-gemiddelde. 34% onder hen ondervond de afgelopen 12 maanden discriminatie in België.
- Jaarverslaggeving CGKR 2011: De meeste nieuwe dossiers van 2010 gingen over arbeid en werkgelegenheid. De meeste problemen stelden zich in de fase van werving of selectie (42%) of in de loop van de arbeidsrelatie (39%). In het tweede geval ging het vooral over pesterijen op het werk. In ongeveer 10% van de dossiers was er sprake van vermoedelijke discriminatie bij de beëindiging van de betrekking. Bijna de helft van de dossiers had betrekking op privé-ondernemingen (47%), gevolgd door de publieke sector (30%), non-profit (10%) en het onderwijs (7%).